Of wanneer men paniekzaaien verwart met politieke moed…
“18.000 nieuwe regularisaties in Antwerpen”, kopte Gazet van Antwerpen vandaag op basis van een bewust gelekte OCMW-nota. In plaats van een moedig beleid te voeren, doen het Antwerpse stadsbestuur en het OCMW de voorbije dagen vooral aan paniekzaaierij en verzieking van het moeilijke debat over mensen zonder papieren.
De interne nota over regularisaties 2008 was deze week opgesteld om minister Turtelboom nieuwe argumenten te geven om haar aanpak van regularisaties-met-punten nog verder te verstrengen. De VLD-ers in de OCMW-raad mochten dit achter gesloten deuren aan de minister overmaken, de CD&V-NVA-fractie maakt het lobbywerk tegen regularisaties publiek. SP.a-Vlaamse Progressieven hebben in Antwerpen coalitiepartners voor het vuile werk en steunen achter de schermen blijkbaar diegenen die de zeer zwakke regularisatie in het federale bestuursakkoord verder willen uithollen.
De OCMW-nota, die niet op de Raad werd besproken, schiet op twee punten schromelijk tekort. Op geen enkel moment wordt de schatting van 18.000 mensen onderbouwd. Het cijfer wordt geponeerd ‘op basis van een aantal indicatoren’. De voornaamste kwaliteit van dit cijfer is het beoogde afschrikkingseffect. Dat De Wever dit een minimalistische inschatting noemt, illustreert het politieke-populistische opbod. Wil iemand opmerken dat bij de collectieve regularisatie van 1999 (zonder puntensystemen en met veel ruimere humanitaire criteria dan vandaag op tafel liggen), nog niet één derde van de nu genoemde afschrikcijfers een aanvraag indienden in Antwerpen? En dat er ook de afgelopen jaren reeds vele mensen tijdelijk werden geregulariseerd? Ten tweede mist de nota de kans om lessen te trekken uit de collectieve regularisatie van 1999 door betere integratietrajecten na regularisatie te voorzien.
Inmiddels maakt ook minister Turtelboom brandhout van de OCMW-nota waarop De Wever zich baseert. Ze noemt het "een nota waarin grove en zelfs fantaisistische extrapolaties worden gehanteerd om een pleidooi voor meer aanwervingen te ondersteunen". "Het getal, dat vorige week op het Antwerps schepencollege bekend raakte, is compleet van de pot gerukt en daarom ook al een week lang met de nodige omzichtigheid behandeld door verstandige Antwerpse politici", voegt de minister er aan toe.
In plaats van mee te doen aan het opkloppen van angst zou een stadsbestuur met durf de mogelijke regularisaties ook positief kunnen opvangen. Laat me enkele voorstellen doen.
1. Het uitblijven van beslissingen van de federale regering creëert inderdaad voor iedereen onduidelijkheid. Stad en OCMW hebben er belang bij hebben om publiek aan te dringen op een snelle beslissing voor regularisatie, in plaats van achter de schermen weerwerk te bieden. Zo vermijdt je grijze zones en eventuele aanzuigeffecten.
2. Op dit moment lukt de stad er niet in om mensen die nu al een tijdelijke regularisatie krijgen, tijdig van geldige papieren te voorzien. Men moet weken – soms maanden – wachten voor een positieve beslissing zich in een paspoort vertaalt. Het stadsbestuur, de dienst vreemdelingenzaken en de politie vinden dit geen prioriteit. Ondertussen kunnen de betrokkenen ook niet legaal werken bij gebrek aan arbeidskaart. Wil men eindelijk voldoende personeel inzetten om mensen na een positieve beslissing in Brussel ook papieren te geven? Zo veel sneller kunnen ze aan het werk of kunnen integratie- en taaltrajecten starten waar nodig.
3. Het voorbije jaar weigerde het OCMW systematisch mensen met een tijdelijke regularisatie in een sociale tewerkstellingstraject te zetten wanneer dit sociaal opportuun was. Hoe lang moeten dit soort achterhoedegevechten nog doorgaan? En hoe bereidt het OCMW zich voor op nieuwe regularisaties?
Een progressief stads- en ocmwbestuur zou dit debat in alle openheid voeren, met de erkenning dat er in onze stad opnieuw vele mensen zonder papieren leven en overleven. Meer nog: iedereen weet dat een deel van de horeca, de bouwsector, de fruitpluk en de schoonmaak systematisch van mensen zonder papieren gebruik maakt. Kunnen we de hypocrisie stoppen en een debat voeren hoe we mensen zonder papieren die zich willen integreren uit deze uitbuitingssituaties krijgen via regularisatie. Laat ons werk maken om ze zo snel mogelijk Nederlands te laten leren waar nodig en laat ons ze aan werk helpen. En organiseer overleg met de federale overheid over de vraag wie wat betaalt.
Moedige politiek creëert een draagvlak voor humanitaire regularisaties. Het aantal mensen zonder papieren vermindert niet wanneer sommigen de cijfers opkloppen. Ze verdwijnen evenmin. Mogen we aan Bart Dewever en aan het hele stadsbestuur vijf minuten, en misschien zelfs vijf jaar, politieke moed vragen om de komende regularisatie in goede banen te leiden. Op een manier waarbij humanitaire redenen primeren? En waarbij we alles op alles zetten om nieuwkomers zo snel mogelijk tot vormen van ‘gedeeld burgerschap’ te brengen in onze stad, zoals Paul Scheffer schrijft. Dat doe je door de realiteit in de stad te erkennen als basis voor beleid, niet door angst te zaaien en de kop in het zand te steken.