Negatieve stemmingmakerij over regularisatie
Nieuwe commentaar toevoegenMet de nakende regularisatie lijken in Antwerpen deze dagen paniekvoetbal en vuile tackles in opmars. Het ging wat verloren tussen het Lange Wapper-debat en het hoofddoekendebat, maar afgelopen week was de negatieve communicatie over regularisatie troef. En neen, het Vlaams Blok was deze keer nog niet aan het woord.
Na de persbriefing van het college vrijdag 4 september 2009 was de toon gezet en was in de weekendkranten ieder gevoel voor nuance zoek. ‘Regularisatiegolf wordt een ramp’, titelde Gazet van Antwerpen, die kritiekloos schrijft dat de schattingen van 6.000 tot 25.000 aanvragen voor de stad uiteenlopen. De stad dreigt ‘overspoeld te worden en de consequenties zijn nauwelijks te overzien.’ In De Nieuwe Gazet verwacht Monica De Coninck dan weer 17.000 aanvragen en spreekt burgemeester Patrick Janssens van ‘een vrij hallucinante situatie.’ In Het Nieuwsblad heeft Monica De Coninck het over 15.000 tot 40.000 mensen. Ook hier de basisteneur dat dit de stad handenvol geld zal kosten.
Blijkbaar ontbreekt vandaag de politieke moed én de journalistieke nuance om niet alleen de menselijke kant, maar ook een aantal objectieve cijfers en zelfs de voordelen van de regularisatie weer te geven, niet alleen voor de betrokkenen, ook voor onze stad.
Ik voel me aangesproken: in 1999 en 2000 was ik als Schepen in Antwerpen verantwoordelijk voor de vorige regularisatie. En die heette toen absoluut geen ramp. Integendeel: de voordelen voor de stad zette ik toen centraal. Ik wil dan ook een ander verhaal daartegenover plaatsen, met aandacht voor de kansen, en vertrekkend van meer realistische cijfers en voortbouwend op het helaas veel te schaarse onderzoek sindsdien. Want er waren goede redenen dat de voorbije maanden niet alleen vluchtelingenorganisaties en sociale organisaties voor een regularisatie hebben gepleit, maar ook de universiteiten, ook de geloofsgemeenschappen, ook de vakbonden en vele anderen.
Vaststelling één: het is niet omdat sommige politici en de media vandaag de cijfers opkloppen, dat ze ook kloppen. Al wie de moeite doet om een objectieve vergelijking met de regularisatie van 2000 te maken, kan dat zien. De wet van 22 december 1999 zorgde in heel het land voor 32.662 aanvraagdossiers van individuen of gezinnen die illegaal of precair verbleven, goed voor 50.600 mensen. Net geen 15% daarvan deed een aanvraag in Antwerpen, waar we exact 4.872 dossiers in ontvangst namen. Dat was veel, maar haalbaar. Tegelijk is het veel minder dan de opgeklopte cijfers die men vandaag de wereld instuurt. In de persbriefing vrijdag verwacht het college liefst 17.000 aanvragen in de stad, ondermeer gebaseerd op de bewust opgeblazen verwachting dat liefst 25% van alle aanvragen in Antwerpen zouden plaatsvinden. Maar men verwijst ook naar nog hogere schattingen. Een vraag knaagt: in wiens belang is het om in deze stad overtrokken en onjuist onderbouwde cijfers de wereld in te sturen?
Vaststelling twee: Antwerpen gaat niet ‘overspoeld worden’, los van het debat over de aantallen. Waarom? Omdat de overgrote meerderheid van de mensen die een aanvraag zullen doen, al geruime tijd in de stad verblijven. Een deel van de ‘verborgen stad’ in onze stad gaat nu officieel en meer zichtbaar worden. Want de kinderen van mensen zonder papieren vinden we nu reeds in de scholen in onze stad. Die scholen worstelen met de illegaliteit van de ouders zonder papieren: ze hebben immers vaak de middelen niet om de schoolrekeningen te betalen of kennen nog minder Nederlands dan hun kinderen. We zien nu reeds een deel van die mensen zonder papieren bij het OCMW: niet voor steun (want daar hebben ze geen recht op), wel voor dringende medische zorg wanneer nodig, voor meer dan 1.000 mensen per maand in deze stad. In de horeca, de bouw- en de poetssector zorgen de mensen zonder papieren voor een aanbod aan meestal onderbetaalde zwarte arbeidskrachten. En wie maakt de winst op de kap van hun overlevingsstrijd? Ook huisjesmelkers maken dankbaar gebruik van de aanwezigheid van mensen zonder papieren om hun krotten en matrassen aan woekerprijzen te verhuren.
De meeste van de mensen zonder papieren die nu een aanvraag kunnen doen, verblijven dus al in onze stad. Ze leven en overleven verborgen, in precaire situaties, een rijke stad als Antwerpen onwaardig. Door de situatie van diegenen die hier duurzaam verblijven nu te regulariseren, kan men in sneltempo stappen vooruit zetten naar een reële integratie. Want papieren openen voor velen de weg naar inburgering, naar taalcursussen, naar een inkomen uit arbeid of tijdelijk uit een uitkering, naar een deftige woning, … In plaats van de regularisatie ‘een ramp’ te noemen zoals het edito in Gazet van Antwerpen of te klagen over ‘hallucinante situaties’, zouden we dus beter alle kansen grijpen om een einde te helpen maken aan de vaak hallucinante (over)leefomstandigheden waarin velen zich vandaag in onze stad bevinden.
Vaststelling 3: het beeld van de vorige regularisatie is veel genuanceerder dan men vandaag communiceert. De tentatieve studie ‘Before & after. De sociale en economische positie van personen die geregulariseerd werden in uitvoering van de wet van 22/12/1999’ (ondermeer uitgevoerd door het Centrum voor Sociaal Beleid, in opdracht van de minister van Maatschappelijke Integratie en het CGKR) toont dat ruim 2/3 van de geregulariseerden in het onderzoek werk heeft gevonden, en dat anno 2007 nog 9% beroep moest doen op OCMW’s. De economische crisis van vandaag zal het niet eenvoudiger maken, maar dan zullen we nog meer moeten investeren in (positieve) activering. De studie ‘Before & after’ is alvast aanbevolen lectuur voor al wie zich de volgende weken met nuance in het debat wil mengen.
Vaststelling 4: het echte werk moet nog beginnen. Daarmee bedoel ik niet het in ontvangst nemen van de aanvragen: daar is ditmaal een bijzonder lange (zelfs een te lange) periode van drie maanden voor voorzien. Maar wanneer in januari 2010 hopelijk de eerste goedkeuringen volgen, dan moeten stad en ocmw klaarstaan met een bijkomend aanbod aan inburgeringstrajecten en taalcursussen (en bij taalcursussen lijken nu al opnieuw wachtlijsten te groeien). Er zal meer nood zijn aan arbeidsbegeleiding en activeringstrajecten, ook via het OCMW en art. 60. Aan deftige huisvesting in plaats van kamers bij huisjesmelkers, en dus aan bijkomende sociale huisvesting in deze ook. Het nog langer laten leegstaan van één van de Silvertopblokken zonder dat de werken starten is dan echt wel onverantwoord. Als input voor het debat dat we nu moeten voeren, lees het opiniestuk van Ive Marx van 24 juli in De Standaard: nu begint het echte werk. Liefst met federale en Vlaamse middelen als het kan, maar anders met stedelijke en OCMW-middelen als het moet. Om niet alleen deze mensen die dan papieren hebben, maar ook onze hele stad vooruit te helpen.
Een slotvaststelling nog: dit zal de laatste regularisatie niet zijn. Zolang de verschillen in rijkdom tussen de Europese landen en de vele landen in het zuiden zo groot blijven, en zolang de economische globalisering verdergaat (vrij verkeer van goederen én van werknemers gaat ook samen met verkeer van… mensen), zolang zullen migratiestromen aanhouden. Legaal via arbeidsmigratie of gezinshereniging als het kan, illegaal en via netwerken van mensensmokkelaars als het moet. Omdat grenzen nooit volledig sluitend kunnen zijn, is in ieder Europees land geregeld een vorm van regularisatie nodig. Zo kan men de werkelijke steden opnieuw in overeenstemming te brengen met de wettelijke steden.
Daarom een oproep, aan al wie beleidsverantwoordelijkheid draagt, aan al wie als ambtenaar, sociaal werker of als vrijwilliger is betrokken, aan al wie mee de beeldvorming creëert in de media en in het debat: laat ons stoppen met de negatieve signalen van de voorbije dagen. Laat ons integendeel de kansen die de regularisatie biedt maximaal benutten en communiceren. Laat ons het draagvlak vergroten in plaats van angst aan te jagen. En laat ons werk maken van de integratie van die stadsbewoners zonder papieren die in aanmerking komen op basis van de federale criteria. Zo biedt deze regularisatie een kans om mensonwaardige levensomstandigheden in heel wat Antwerpse wijken eindelijk terug te kunnen dringen. Laat politici over partijgrenzen, maar ook al wie de voorbije maanden op de nood aan een regularisatie wees, de vandaag ook bepleiten en ondersteunen. want ook in deze crisistijd blijft Antwerpen een onwaarschijnlijk rijke stad. Laat daarom wie papieren krijgt dan ook welkom zijn in A. Nieuwe burgers zijn immers geen ramp.